historie vaartuig | 0518 Raaf 1
Historie van de ”Dirkje”.
“Dirkje” is een stalen S-Spant, een platgat met aangehangen roer met de afm. 8.85m x 2.35m x 1.50 m diep. Het oorspronkelijke ontwerp is van Jonas Kwaak getekend in 1941 en beschreven in de Waterkampioen van 24 april 1943, no: 799. Hierin wordt beschreven Twee kleine zeewaardige kotters de “Beyaart”en de ”Lumey” deze heeft een lengte van 7.85m.
“Dirkje”is grotendeels zelfbouw. Het jaar 1951,op een dag wandelde Piet Munter met zijn zoontje in Oud-IJmuiden en zij kwamen toevallig langs de bekende sloepenbouwer “Mulder en Rijke” waar de werkplaats deuren wagenwijd open stonden. En ja daar lag een stapel spanten van hoeklijn gemaakt in lasvorm bij klinken wordt de flens aan de huid geklonken. Zo nieuwsgierig als hij was, bij navraag aldaar bleek dat de spanten te koop waren inclusief een enkele tekening en een paar huidplaten. Op de tekening stond de naam van de ontwerper Jonas Kwaak type “Lumey” gezien en snel gekocht, maar bij thuiskomst en bestudering van de tekeningen bleek de koop toch iets tegen te vallen, de boot was toch wat aan de kleine kant nauwelijks groter dan zijn oude zeilboot een spiegelsloep . Piet Munter technisch tekenaar van beroep maakte snel nieuwe tekeningen met gebruik makende van de bestaande spanten de lengte was 7.85m werd 8.85m. De opbouw werd met de toen heersende mode, uitgevoerd met een langere kajuit met doghouse .
Daarna moest er nog een werfje gezocht worden voor de bouw van het casco die werd gevonden in Penningingsveer bij het haventje van Warmerdam aan De Mooie Nel ,(vlakbij Haarlem) met de startende casco bouwers heren W van Est en T Verdonk. Maar ja er moest wel van huis uit in Beverwijk naar Penningsveer 16 km heen en terug gefietst worden met zijn zoontje op zijn eigen fiets erbij. En wel op de zaterdagen s, middags en zondagen. Alle materialen zoals staalplaat elektrodes, gas en zuurstof elektrode,s ,RVS pijp afkomstig uit een condensor, losse spiegel en roer enz. Piet werkte vaak mee. Daarna ging Dirkje naar Uitgeest naar de jachtwerf van Tol dit was maar 8 km fietsen. Hier werd het dek en opbouw erop opgezet. Ook hier werden de opmaat en geschaafde dekdelen toegeleverd. Het Java-Teakhout is afkomstig van een gesloopt oorlogsschip ca 1950 in Hendrik-Ido- Ambacht. De zijkanten van de kajuit zijn ook van Teak de kajuitspanten van essen, werden thuisgemaakt en van zwaluwstaartjes voorzien en in losse delen toegeleverd.
De motor,helaas een nieuwe motor zat er niet in dus wat nu. Hij kocht een oude parlevinker de motor werd er uit gehaald de parlevinker werd dus zonder motor verkocht. De motor was iets bijzonders, het is een Franse diesel- motor merk C.L.M 6 pk gew 160 kg bouwjaar 1938 let wel een 1 cilinder met 2 zuigers erin type 2 tact. Patent Junker. Met slinger echter zonder startmotor en dynamo. De motor werd in de achterkamer thuis gereviseerd en voorzien van nieuw ingegoten babitt lagers, zuigers en veren enz..Daarna kwam een 16 pk Volvo Penta en heden een 29 pk Perkins .
De mast kwam van de beroemde Tulla van Simon de Wit uit Zaandam,ontwerp EG van de Stadt, de mast verkeerd nog steeds in prima conditie.
Dirkje is overgegaan naar zijn zoon, en ziet er nog steeds prima uit,wat bijzonder is bijna alle tekeningen tot de kleinste details aan toe en rekeningen zijn bewaard gebleven |