werf bijzonderheden | In 1877 stichtte Jacobus Boot, zoon van Philippus Boot, een scheepsbouwerij De Waard op het eiland De Waard, dat toen tot de gemeente Leiderdorp behoorde. De werf lag schuin tegenover de huidige Spanjaardbrug te Leiden.
In 1884 werd zijn broer Pieter compagnon, deze had in Kinderdijk ijzeren schepen leren bouwen, de werf schakelde dus ook over van hout naar ijzer en heette vanaf 1884 "Scheepswerf Gebr. Boot". Er werden vooral postschuiten tot motorboten verbouwd. Na 1900 werden motorboten voor Belgiƫ gebouwd.
Omdat het terrein van De Waard niet uitgebreid kon worden werd in 1903 een stuk grond gekocht aan de Zijl onder de stad Leiden, waarop een tweede werf "De Hoop" werd gesticht. Tot 1912 was Jillert Camminga hier werfbaas.
In 1913 verhuisde de hele werf hierheen omdat "De Waard" moest wijken voor het Rijn-Schiekanaal.
Jacobus Boot trad in 1913 uit de firma en werd opgevolgd door zijn zoon Philippus.
Pieter Boot bleef tot 1920 firmant en daarna tot 1946 commissaris van de NV Scheepsbouw en Reparatiewerf De Hoop, v.h. Gebroeders Boot.
In 1920 werden Philippus Boot Jacz. en Pieter Boot Pieterszn. directeur. In 1947 trad Philipus af
In 1978 ging de "Naamloze Vennootschap Scheepsbouw en Reparatiewerf De Hoop v/h Gebr. Boot" failliet. Het werfarchief werd overgedragen aan het Maritiem Museum "Prins Hendrik" in Rotterdam.
Scheepsbouwerij "De Waard" te Leiderdorp en "De Hoop" te Leiden |