historie vaartuig | ‘De Tijd zal ’t Leren’ liep op 14 oktober 1927 van stapel op de werf in Foxhol. Tot dan toe heette het schip ‘Verandering’. Drie dagen later laat schipper Thies van der Hoek uit Hoogezand het inschrijven als ‘De Tijd zal ’t Leeren’.
In de periode 1927–1933 schijnt het schip gevaren te hebben tussen Harlingen en ‘het Groningerland’. Naar Harlingen met (stro)karton en terug met Engelse steenkool. Het schip voer tezamen met de steilsteven Elizabeth van schipper Brands. De zoon van schipper Brands - momenteel al tegen de 90 jaar oud - kan zich nog herinneren dat de schepen op Harlingen voeren.
Op 14 april 1961 gaat het schip over op naam van de zoon, Ielke van der Hoek, getrouwd met Grietje Kunst en wonende te Groningen. Naar goed gebruik heet het schip vanaf dat moment ‘Grietje’.
Op 4 maart 1965 wordt het schip verkocht aan Georg Bakker, ook wonende te Groningen en gehuwd met Anna Maria Alida Teuben.
Rond 1986 wordt het schip nog 2 keer verkocht, voor bewoning geschikt gemaakt en krijgt zij de naam ‘De Tijd zal ’t Leren’ weer terug. Het schip ligt vanaf die tijd in de Oude Haven in Rotterdam. Pas in 2000 wordt er een motor in het achteronder gebouwd.
Vanaf voorjaar 2004 is het schip in bezit van de huidige eigenaren en heeft zij vanaf december van dat jaar vaste ligplaats in de Museumhaven Gouda
De zoon van de eerste schipper Thies van der Hoek, Jo(hannes) van der Hoek, is momenteel over de tachtig en woont met z’n vrouw in Delfzijl. Hij heeft van ongeveer zijn 3e tot zijn 16e jaar aan boord gewoond. |