D'n Ouwe Biesbosch

identificatie
naamD'n Ouwe Biesbosch
RVEN nr2234
visserijnummer
zeilnummer
te boek gesteld
typerietaak
categorievrachtschip
vaartuig
lengte10.6
breedte3.1
diepgang0.5
kruiphoogte1.6
tonnage 4
materiaal rompijzer
materiaal romp (spec.)staal
bouwwijze rompgeklonken
voortstuwing (oorspr.)zeil
masthoogte7.0
soort tuigspriettuig
materiaal zeilafwezig ?
oppervlakte zeil
bouwjaar vaartuigca 1915
bouwperiode1910-1920
werfgegevens
werfonbekend
werfnaam
plaats, provincie werf
werf bijzonderheden
historie vaartuig
vorige namen
historie vaartuig
d’n Ouwe bieschbosch
De rietaak was ooit één van de bekende kleine zeilende beroepschepen in de Biesbosch en op de benedenrivieren. Het zeiltuig was vaak niet meer dan een fokzeil en een grootzeil. Het zeiltype was een sprietteug.  Rond de vorige eeuwwisseling verschenen de eerste geklonken ijzeren aken. Dit waren nabootsingen van de houten scheepstypes die in de eeuwen ervoor van hout waren gebouwd. Het waren brede, ondiepe vrachtscheepjes die uitermate geschikt waren voor het vervoeren van een lichte, hoge bovenlast. De meeste rietaken hadden een lengte die varieerde van 10 tot 18 m en waren voorzien van een open laadruim. In het gebied rondom de Biesbosch werden tot circa 1925 deze speciale aken gebouwd voor de riet- en griendbazen. Deze scheepjes werd hoofdzakelijk gebruikt om de gesneden bossen riet van de uitgestrekte gorzen naar de rietheuvels te vervoeren. Aanvankelijk werd met deze vaartuigen gezeild of geboomd. Later werden ze voort getrokken door een klein sleepbootje.
De leefruimte in zo’n rietaak was zeer beperkt. Het vooronder was ongeveer 2m diep en 3m breed. Aan beide was een slaapplaats getimmerd, waarop een met kaf gevulde matras of een bultzak lag en een stel gestikte dekens. De ruimte tussen de kooien was niet meer dan 1.25m. Daar tussen stond het potkacheltje voor de verwarming van het verblijf en waarop tevens werd gekookt. De hoogte bedroeg vrijwel nooit meer dan 1,50m. Op het dek zat een luik waarmee men het vooronder in konden.
 
Op de boorden konden met behulp van pinnen zetboorden opgezet worden. Daardoor werd de laadcapaciteit vergroot. Dat was vooral voor het vervoer van bieten naar de suikerbietenfabriek. Dit was dan vooral in het najaar. In de winter werden de aken gebruikt voor het vervoer van riet en rijshout naar de opslagheuvels of naar de vaste wal. De mensen verbleven er de hele week op. Alleen op de zondag waren de mannen thuis bij de vrouw en kinderen.
In het voorjaar en zomer werden de aken onderhouden en werden ze ook wel gebruikt voor het vervoer van hout en riet dat die winter was gesneden en naar de vaste wal toe moest. Met sommige aken werd wel eens zand gebeugeld op de rivieren.
Tot de teloorgang van de riet- en griendcultuur rond 1970, waren er in de Biesbosch en langs de benedenrivieren nog tientallen aken in gebruik. Daarna werden veel rietaken tot recreatiejacht of woonark omgebouwd. Het werd duidelijk dat dit specifieke scheepstype, dat zo eigen was aan onze regio, als beroepsvaartuig langzaam maar zeker ging verdwijnen. Anno 2005 zijn er van de honderden rietaken die in Nederland zijn geweest nog maar een stuk of vier in redelijke originele staat bewaard gebleven.
oorspronkelijk vaargebiedBiesbosch eo
oorspronkelijk gebruikvrachtvaart (riet, rijs- en griendhout)
funktie wijziging(en)
oorspronkelijk uiterlijk
historie interieurja
jaar uitgebruikname
huidig gebruikrecreatie
V
A
H