identificatie | |
---|---|
naam | Vlieland |
RVEN nr | 2666 |
visserijnummer | EH 64 |
zeilnummer | |
te boek gesteld | |
type | Lemsteraak (jacht) |
categorie | visserijschip |
vaartuig | |
lengte | 13.44 |
breedte | 4.62 |
diepgang | 1.35 |
kruiphoogte | 2.5 |
tonnage | 4 |
materiaal romp | ijzer |
materiaal romp (spec.) | ijzer/staal |
bouwwijze romp | geklonken |
voortstuwing (oorspr.) | zeil |
masthoogte | 16.0 |
soort tuig | gaffel |
materiaal zeil | dacron |
oppervlakte zeil | 110.0 |
bouwjaar vaartuig | 1909 |
bouwperiode | 1900-1910 |
werfgegevens | |
werf | Appelo Zwartsluis |
werfnaam | |
plaats, provincie werf | Zwartsluis, O |
werf bijzonderheden | Scheepswerf "Hendrik Appelo & Zn" was gevestigd aan beide zijden van het Meppelerdiep te Zwartsluis. Rond 1917 had deze werf drie langshellingen en drie dwarshellingen. Daarnaast had Hendrik Appelo nog een smederij en een houtzagerij. Kenmerk bij Hasselteraken die bij Appelo zijn gebouwd is de bijzonder goed gelijnde, v-vormige kont. De werf is opgericht door de gebroeders Cornelis en Hendrik Appelo. In 1963 nam Hilbrand Poppen de werf van de gebroeders Appelo over en stichtte de Scheepswerf H. Poppen in Zwartsluis. In 1981 wordt hij opgevold door zijn zoon Jan Poppen. Voorwaarde om te groeien is het blijven volgen van nieuwe ontwikkelingen en investeren in de toekomst. In 1983 werd Scheepswerf H.Poppen uitgebreid door de overname van de naastgelegen scheepswerf. Vanaf 1992 is de capaciteit vergroot met de bouw van twee loodsen waarin voornamelijk nieuwbouwprojecten plaatsvinden |
historie vaartuig | |
vorige namen | 1909-1915: Drie Gezusters - Jan Goos Enkhuizen 1915-1920: Razende Bol - O.M. Fürst Amsterdam 1920-1927: Razende Bol - W.H.Kersken Gendringen 1927-1939: Vlieland - O.M. Fürst Amsterdam 1939-1968: Vlieland: - P. Schoen 1968-1981: Adagio II en Loleil (Frankrijk) 1981-1996: Gouden Engel - F. de Vos Amsterdam 1996-heden: Vlieland - M. Dielen |
historie vaartuig | De Enkhuizer visserman Jan Goos was de opdrachtgever van deze aak, waarvan het model, en met name de kop, afwijkt van de normale Lemsteraak. De koopprijs was rond f 3.300,-, naam: De Drie Gezusters, naar de drie dochters van Goos. Uit het dagboek van Jan Goos (1877-1950), bewerkt door K. Boonenburg en uitgegeven door P.N. van Kampen & Zoon, blijkt dat Goos niet alleen met de Drie Gezusters op haring, ansjovis en bot viste, maar het schip ook verhuurde en tochten met gasten maakte. Daartoe werd eerst een soort overkapping van zeildoek over het ruim gemaakt en later zelfs een vaste roef aangebracht. De andere vissers vonden dat maar gek, doch Goos schrijft: 'Wat zou het dat er een roef op staat? Op een tjalk staat ook een roef en er wordt toch ook mee op ansjovis gevist!' Eind 1915 wordt de aak als pleziervaartuig gekocht door O.M. Fürst te Amsterdam, die de naam wijzigde in Razende Bol. In 1920 wordt de transportondernemer W.H. Kersken uit Gendringen eigenaar, maar in 1927 koopt O.M. Fürst het schip terug en laat de roef van Jan Goos verbouwen tot een royale salon, drie slaaphutten en een - niet erg fraaie - dekhut. Tevens wijzigt hij de naam in Vlieland. In 1939 wordt vervolgens P. Schoen eigenaar. Na diens overlijden gaat de aak in 1968 naar Zuid-Frankrijk en vaart onder de naam Adagio 11 en Loleil. Eigenaren respectievelijk Bouchier, Mangematin en Sevestre. In 1981 terug in Nederland en gekocht door F. de Vos in Amsterdam; de naam gewijzigd in De Gouden Engel. (29 VA). Publ.: Ons Element 1920-328, 437; Waterkampioen 1927-304,339: 1939- 564; 1950-164. |
oorspronkelijk vaargebied | IJsselmeer, Waddenzee |
oorspronkelijk gebruik | visserij |
funktie wijziging(en) | vanaf 1915 pleziervaartuig |
oorspronkelijk uiterlijk | 1927: omgebouwd tot jacht |
historie interieur | deels: salon,kombuis,roef ed. |
jaar uitgebruikname | 1915 |
huidig gebruik | pleziervaart |