historie vaartuig | Het schip is gebouwd voor J. Verbeek uit Niel. De bestekken en tekeningen zijn in het Havenmuseum te Rotterdam, Het schip zou worden afgeleverd met Belgische schippersvlet en een Belgischevlag. De fam. Verbeeck heeft het nooit in bezit gehad. Uit gegevens van het Kadaster blijkt dat het 10 jaar in eigendom bleef van de werf. Vermoedelijk is de opdrachtgever failliet gegaan. De wer heeft op dit schip een hypotheek genomen van f 20,000,-
Verbeeck had het waarschijnlijk laten bouwen voor de vaart naar Frankrijk, want de maat: 38,03 bij 5,05 komt veel voor bij spitsen en was afgestemd op de Franse sluizen.
Speksnijder liet het schip aanpassen voor vervoer van zand en grind. Het mastdek werd 6m. Naar voren geplaatst en een houten friese luikenkap verving de originele stalen kap. Deze aanpassingen zijn waarschijnljk door De Hoop uitgevoerd.
In 1989 is het schip verkocht aan de Gebrs. Romijn die het schip ook gebruikten als overslagschip van zand en grind. Deze fa. bezat 2 schepen, waarvan de andere nog afkomstig was van hun vader- dit schip is in bezit van de Stichting De Katwijker Motor -
De Bona-Spes lag altijd bij de betonfabriek van Wernink in Leiden.
In het woongedeelte is nog veel te vinden van de originele betimmering. In het stuurhuis is de drinkwaterpomp nog in gebruik en ook is de plaats van het kooktoestel, links naast het stuurwerk, nooit veranderd. Volgens de heren Romijn waren deze plaatsten van de gootsteen en formuis nog aangegeven door de Belgische opdrachtgever.
Op 24 dec 2008 werd de Bona-Spes verkocht.
B. Lahr 2009
Vanaf 1960 wordt er waarschijnlijk door zonen van Arie Speksnijer gevaren met de Bona-Spes. Het binnenvaartbedrijf zoals het is uitgegroeid, bestaat nog. Een van de schepen vaart onder de naam: Bona-Spes.
Eind jaren 60 werd de oude Bona-Spes tot kraanschip omgebouwd. Midscheeps werd een Nellen draadkraan geplaatst met een arm van 16m. Hiervoor werd een groot deel van het ruim overkapt met een vast stalen dek.
Na 1973 werd de motor vervangen door een 2-e hands Glockner Deutz van 110 pk, Waarschijnlijk werden toen ook de 6 ramen met schuifluikjes en houten kozijnen vervangen door 4 moderne ramen met aluminium kozijnen. Oook de railing op het achterschip is verwijderd. Zo is het nog 20 jaar ingezet bij de fa. Speksnijder als overslagschip.
Tijdens WOII dook de familie met het schip onder in de Biesbosch, samen met 2 andere schepen: de Nelly II - schipper Van Oosten en de Hydra - schipper Droog, de zwager, familie en knechten van Speksnijder. Hierover is in de Schuttevaer geschreven (1990).
Na de oorlog heeft het schip vooral zand en grind gevaren uit Duitsland( Rijnpatent uit 1949) Tussen 1945 en 1949 is een zelflosinstallatie aangebracht. Deze installatie met eigen aandrijving stond in het restant van het voorste ruim, dat nog wordt afgedekt door de originele stalen luiken. |