ARCHIEF REGISTER VAREND ERFGOED NEDERLAND (RVEN)

In 193 werd de Amerikaan F.G. Morill eigenaar en als schipper werd J. Zetsma uit Heeg aangesteld.
De schipper bracht de aak in 1938 naar Nederland om hem daar gereed te maken voor een reis langs de kusten van West-Europa.
Enkele weken voor het uitbreken van de WOII was hij met de aak op de Fär-Öer eilanden. Na terugkeer in Engeland werd de aak opgelegd aan de Engelse ZW-kust totdat Zwetsma halverwege de oorlog het schip moest verlaten. De aak werd verhaald b=naar de oostkust en diende de rest van de oorlog als een soort drijvend onderkomen voor geallieerde marineofficieren.
Na de oorlog waren er verschillende Engelse eigenaren. De laatste was R.M. Lane uit Poole. Deze liet het schip van binnen als van buiten van ferrocement voorzien en gebruikte het schip als woonboot.
In 1976 kocht J.A.E. Kuyntjes te Breukelen de aak en haalde op de werf Poppen te Lemmer, (voorheen Gebr. De Boer) het ferrocement er weer af.
Waar nodig werden nieuwe stukken in het schip gezet en er werd een nieuw tuig gemaakt.
Kuyntjes gebruikte het schip o.a. voor werkweken voor leerlingen van zijn school.

In het najaar van 1986 kwam de Lemsteraak bij Stofberg voor de wal. Het schip was aan een grootscheepse restauratie toe. Er werden nog resten beton weggehaald. Zelfs enkele stukken waren “gedriedubbeld”. Dek en boeisels werden vernieuwd. Het schip werd tevens van een nieuw interieur voorzien.

Spiegel der Zeilvaart jrg 13 nr 1